Boek 1 – Hoofdstuk 5 SAMENVATTING BIJ BOEK 1 – HOOFDSTUK 5

Hoofdstuk 5: Zielenbeeld en levensgevoel

btn opener Spengler stelt dat er voor alle filosofen en wetenschappers een punt is waar hun kritische denken overgaat in geloof. Uiteindelijk gaan ze er namelijk van uit dat de taak die ze zichzelf stellen oplosbaar en zinvol is. Dit geldt in het bijzonder voor psychologen. Psychologen gaan ervan uit dat de ziel wetenschappelijk toegankelijk is en dat hun theorieën ook daadwerkelijk de ziel betreffen. Volgens Spengler laat de ‘ziel’ zich echter niet definiëren. Het begripsmatige verstand alleen kan...

§ 2

In de geciviliseerde psychologie wordt de ziel niet als organisme, maar als mechanisme opgevat. De geleerde psychologie ontwikkelt psychologische systemen en creëert daarmee een ornamentiek van begrippen en een imaginair zielslichaam. Daarmee blijft ze blind voor wat de ziel als zuivere beleving inhoudt, en heeft ze alleen het spiegelbeeld van haar eigen natuuropvatting in handen – ook op de ziel past ze het idee van causale noodzakelijkheid toe. Het westerse zielsbeeld is dus afhankelijk...
btn opener Spengler keert in deze paragraaf terug naar het wilsbegrip. Volgens hem is het aan toekomstige generaties om ‘in de gotische wereldbeschouwing en haar filosofie dezelfde basiselementen te onderscheiden als in de ornamentiek van de kathedralen en in de primitieve schilderkunst uit die tijd’. Volgens Spengler is het grondprobleem van de gotische filosofie de strijd om het primaat van óf de wil óf de rede. In deze strijd herkent hij een levensgevoel dat ook ten grondslag lag aan bijvoorbeeld...