Boek 1 – Hoofdstuk 2 SAMENVATTING BIJ BOEK 1 – HOOFDSTUK 2

Hoofdstuk 2: Het probleem van de wereldgeschiedenis

btn opener Het faustische beeld van de menselijke geschiedenis is een oneindige en vormeloze wirwar aan gebeurtenissen uit het verleden en mogelijke gebeurtenissen in de toekomst. In deze vormeloze feitenstroom - die Spengler ook de ‘oerzielachtige substantie’ noemt - komen vanaf een bepaald moment (zo’n 6000 jaar geleden) gestaltes op die een organische samenhang tussen gebeurtenissen aan het licht brengen: dat is de geboorte van een cultuur. Een cultuur ontstaat in een nauwkeurig te begrenzen...

§ 8

Spengler spreekt over de habitus en stijl van culturen en doelt daarmee op de hogere vormen van menselijke expressie zoals de kunst, maar ook op de keuzes en afwijzingen van kunstgenres, bestuurssystemen, communicatiemiddelen, sociale omgangsvormen enzovoort. Tot de habitus van een groep organismen behoren ook een bepaalde levensduur en een bepaald ontwikkelingstempo. Iedere cultuur heeft haar ritme. ‘Elke cultuur, elke vroege periode, elke opkomst en neergang, elk van haar intrinsiek...
btn opener De ziel als idee van een bestaansvorm hangt samen met de zekerheid van een lot, dat haar verwerkelijking betreft. Dit brengt Spengler tot een analyse van de tegenstelling tussen de idee van het lot en het causaliteitsbeginsel. De idee van het lot vergt levenservaring in plaats van wetenschappelijke ervaring en werkt volgens een organische logica. Zij moet niet begrepen worden als fatalisme, predestinatie of andere causale opvattingen. In de lotsidee komt het verlangen van een ziel...