Boek 1 – Hoofdstuk 3 SAMENVATTING BIJ BOEK 1 – HOOFDSTUK 3

Hoofdstuk 3: Macrokosmos

btn opener ‘Zo heeft elk van de grote culturen een geheimtaal van het wereldgevoel opgeleverd, die alleen volledig verstaanbaar is voor iemand wiens ziel tot die cultuur behoort.’ Begrippen laten zich niet volledig vertalen, ze zijn altijd opgenomen in de betekenisstructuur van de eigen cultuur. Zelfs tussen individuen bestaat deze onvertaalbaarheid van wereldgevoel.

§ 6

Vanuit de verschillende ideeën van uitgebreidheid probeert Spengler toegang te krijgen tot de zielen van de afzonderlijke culturen. De ziel van de antieke cultuur noemt Spengler de apollinische, de westerse de faustische. De Arabische ziel noemt hij magisch. Ook op de Egyptische en de Chinese cultuur gaat hij in dit hoofdstuk verder in. De verschillen tussen de culturen moeten steeds aan de hand van voorbeelden voelbaar worden. ‘Apollinisch is het bestaan van de Griek die zijn ik als soma...
btn opener De faustische ziel kenmerkt zich door een ‘buitengewone rijkdom aan uitdrukkingsmiddelen in woorden, klanken, kleuren, schilderkunstige perspectieven, filosofische systemen, legenden, … kathedralen en … formules’. De Egyptische ziel daarentegen heeft zich nagenoeg alleen in de directe taal van steen uitgedrukt en ‘steen is het grote zinnebeeld van het tijdloos-gewordene’. De Egyptenaren zagen zichzelf als reizigers op een levenspad waarvoor ze na hun dood rekenschap moesten afleggen bij de...