Boek 1 – Hoofdstuk 3 SAMENVATTING BIJ BOEK 1 – HOOFDSTUK 3

Hoofdstuk 3: Macrokosmos

btn opener ‘Het geheim van de wording van de ruimte’ doemt met deze inzichten op. Ruimte is niet iets wat a priori vaststaat en voor iedereen geldt, maar is verschillend per cultuur, afhankelijk van de manier waarop diepte beleefd wordt. ‘[D]e richting [vormt] de oorsprong van de uitgebreidheid. Het geheim van het zich-voltooiende leven, dat met het woord “tijd” is aangestipt, vormt de grondslag voor datgene wat als voltooid door het woord “ruimte” niet zozeer wordt begrepen als wel voor een innerlijk...

§ 5

‘Zo heeft elk van de grote culturen een geheimtaal van het wereldgevoel opgeleverd, die alleen volledig verstaanbaar is voor iemand wiens ziel tot die cultuur behoort.’ Begrippen laten zich niet volledig vertalen, ze zijn altijd opgenomen in de betekenisstructuur van de eigen cultuur. Zelfs tussen individuen bestaat deze onvertaalbaarheid van wereldgevoel.
btn opener Vanuit de verschillende ideeën van uitgebreidheid probeert Spengler toegang te krijgen tot de zielen van de afzonderlijke culturen. De ziel van de antieke cultuur noemt Spengler de apollinische, de westerse de faustische. De Arabische ziel noemt hij magisch. Ook op de Egyptische en de Chinese cultuur gaat hij in dit hoofdstuk verder in. De verschillen tussen de culturen moeten steeds aan de hand van voorbeelden voelbaar worden. ‘Apollinisch is het bestaan van de Griek die zijn ik als soma...