Boek 1 – Hoofdstuk 3 SAMENVATTING BIJ BOEK 1 – HOOFDSTUK 3

Hoofdstuk 3: Macrokosmos

btn opener ‘Ruimte’ is dus geen a priori aanschouwingsvorm zoals bij Kant. Dit wordt volgens Spengler ook duidelijk uit de ruimtebeleving van de dromer en het kind, die heel anders kunnen zijn dan degene waar Kant het over heeft. Een tweede kritiekpunt op Kant dat Spengler in deze paragraaf uit, is dat de ruimtelijkheid verandert samen met het veranderen van de aanschouwde afstand. Een derde kritiekpunt is dat met de ontdekking van de niet-euclidische wiskunde door Gauß er meerdere, van elkaar...

§ 4

‘Het geheim van de wording van de ruimte’ doemt met deze inzichten op. Ruimte is niet iets wat a priori vaststaat en voor iedereen geldt, maar is verschillend per cultuur, afhankelijk van de manier waarop diepte beleefd wordt. ‘[D]e richting [vormt] de oorsprong van de uitgebreidheid. Het geheim van het zich-voltooiende leven, dat met het woord “tijd” is aangestipt, vormt de grondslag voor datgene wat als voltooid door het woord “ruimte” niet zozeer wordt begrepen als wel voor een innerlijk...
btn opener ‘Zo heeft elk van de grote culturen een geheimtaal van het wereldgevoel opgeleverd, die alleen volledig verstaanbaar is voor iemand wiens ziel tot die cultuur behoort.’ Begrippen laten zich niet volledig vertalen, ze zijn altijd opgenomen in de betekenisstructuur van de eigen cultuur. Zelfs tussen individuen bestaat deze onvertaalbaarheid van wereldgevoel.