Boek 1 – Hoofdstuk 3 SAMENVATTING BIJ BOEK 1 – HOOFDSTUK 3

Hoofdstuk 3: Macrokosmos

btn opener Symbolen behoren als iets wat verwerkelijkt is, tot de sfeer van de uitgebreidheid en het gewordene en dientengevolge is hun betekenis vergankelijk. De ervaring van vergankelijkheid onderscheidt mensen van dieren en vereist een besef van de dood. Hier ligt volgens Spengler de oorsprong van het hogere denken. Pas door het besef van en de angst voor de dood gaat men zorg dragen voor het leven en nadenken over wat er daarvoor of daarachter gelegen zou zijn. Alle religie, natuuronderzoek en...

§ 3

‘Ruimte’ is dus geen a priori aanschouwingsvorm zoals bij Kant. Dit wordt volgens Spengler ook duidelijk uit de ruimtebeleving van de dromer en het kind, die heel anders kunnen zijn dan degene waar Kant het over heeft. Een tweede kritiekpunt op Kant dat Spengler in deze paragraaf uit, is dat de ruimtelijkheid verandert samen met het veranderen van de aanschouwde afstand. Een derde kritiekpunt is dat met de ontdekking van de niet-euclidische wiskunde door Gauß er meerdere, van elkaar...
btn opener ‘Het geheim van de wording van de ruimte’ doemt met deze inzichten op. Ruimte is niet iets wat a priori vaststaat en voor iedereen geldt, maar is verschillend per cultuur, afhankelijk van de manier waarop diepte beleefd wordt. ‘[D]e richting [vormt] de oorsprong van de uitgebreidheid. Het geheim van het zich-voltooiende leven, dat met het woord “tijd” is aangestipt, vormt de grondslag voor datgene wat als voltooid door het woord “ruimte” niet zozeer wordt begrepen als wel voor een innerlijk...