Boek 1 – Hoofdstuk 2 SAMENVATTING BIJ BOEK 1 – HOOFDSTUK 2

Hoofdstuk 2: Het probleem van de wereldgeschiedenis

btn opener De ziel als idee van een bestaansvorm hangt samen met de zekerheid van een lot, dat haar verwerkelijking betreft. Dit brengt Spengler tot een analyse van de tegenstelling tussen de idee van het lot en het causaliteitsbeginsel. De idee van het lot vergt levenservaring in plaats van wetenschappelijke ervaring en werkt volgens een organische logica. Zij moet niet begrepen worden als fatalisme, predestinatie of andere causale opvattingen. In de lotsidee komt het verlangen van een ziel...

§ 10

De idee van het lot maakt ook het probleem van de tijd toegankelijk. Geen enkele systeemdenker (inclusief Kant) heeft dit probleem begrepen, omdat ze de gerichtheid van de tijd niet zagen. Al het leven (richting, wil, driften) heeft een ten diepste met het verlangen verwante bewogenheid. Verder is het ondeelbaar, onomkeerbaar, eenmalig, onherhaalbaar en mechanisch gezien onvoorspelbaar: ‘dat hoort allemaal tot de essentie van het lot’. In tegenstelling tot ruimte, is tijd geen begrip, het...
btn opener ‘De tijd is een tegenbegrip van de ruimte.’ Elke vorm van begrijpen is afhankelijk van het ontstaan van een nieuw begrip als tegenpool van een bestaand begrip, elk begrijpen hangt af van begripstegenstellingen. Vanuit het begrip ruimte is geprobeerd de tegenhanger ‘tijd’ te creëeren (Kants Kritik der Reinen Vernunft is hier een voorbeeld van). Een dergelijke constructie faalt echter. Net als ieder ruimtebegrip verschilt per cultuur, verschilt ook het daaruit afgeleide tijdsbegrip. Ons...